maandag 6 juli 2015

Uit het leven gegrepen deel 8

07 juli 2015

Het is een illusie te denken dat alles blijft zoals het is.

Transitie 07 07 2015

Het is ook een illusie dat je denkt dat vooruitgang tegen te houden is.

Toch is dat heel lang wel het geval geweest.
Ongeacht dat alles aan verandering onderhevig is, heeft de heersende Macht werkelijke vooruitgang altijd geblokkeerd.

Voor ons gewone mensen dan.

Voor henzelf was voortdurende overvloed beschikbaar en was vooruitgang zelfs een bedreiging van hun bestaan.

Over wie die heersende macht was en hoe die eruit zag heb ik het nu even niet.

Voor die mensen waar het nog goed gaat is de animo om te veranderen klein.

Een kleine verandering is best, als het maar geen pijn doet en het hun eigen comfort niet in gevaar brengt.

Dat zie je duidelijk terug in de huidige maatschappij waar juist diegenen die het hardst roepen dat alles goed gaat en er dus geen reden is om de dingen anders te gaan doen, ook werkelijk het felst tegen vooruitgang zijn.

Terwijl de realitiet er zo uitziet dat er de kloof tussen arm en rijk steeds groter en fnuikender wordt.

Ten nadele dus van hen die onderaan in de maatschappij beland zijn.

terwijl dat toch de mensen zijn die we straks het hardst nodig hebben om een menswaardig bestaan op te bouwen in een samenleving waar iedereen gelijk aan elkaar is.

Ongeacht geloof, afkomst, overtuiging, ras en geslacht enzovoorts.

Het is juist die onderste laag van de samenleving die het hardst heeft moeten knokken om te overleven die de antwoorden heeft voor de nieuwe wereld.

Die nieuwe, andere Aarde is er al.

Overal zijn de resultaten van de groei en ontwikkeling te zien.

Helaas zijn dat vaak ook de plaatsen waar je als mens het liefst niet wilt zijn.

Ik bedoel dus die gebieden waar de oude energie door middel van dood en verderf probeert het oude het oude te laten blijven en zelfs nog verder terug in de beschaving te brengen.

Voor zover we het over onze beschaving als echte Beschaving kunnen hebben.

Het oude probeert met man en macht de nieuwe tijd tegen te houden.

En ik bedoel niet alleen de dodelijke dreiging van een monsterlijke groep destructievelingen die in de Arabische wereld een waar schrikbewind aan het uitoefenen is.

Het volk pikt het niet meer.


In Amerika zie je dat door de constante golf van dodelijk geweld tegen anders gekleurden en anders denkenden.

Het volk pikt het niet meer.
 
In corruptie gevoelige regio's zien we dat door een stroom aan het licht komende corruptieschandalen door machthebbers.

Het volk pikt het niet meer.
 
In Europa zien we dat door het krampachtig vasthouden aan bezuinigingen in de landelijke en Europese politiek, met de problemen in zuid Europa voorop.

De Grieken pikken het niet meer.

Maar.

Dat zullen we vanuit Brussel wel even oplossen.

Jammer voor al die mensen die denken dat dat nog gaat lukken.

Vasthouden aan de oude manier van denken en leven is als trekken aan een dood paard.

De politici die dat doen zijn hun kijk op de realiteit volledig verloren.

Ze zien niet wat er gebeurt.

Ze zien niet dat het paard al lang dood is.

Nee.

Ze zeggen dat het paard een weigerachtig kreng is dat het dus straf verdient.

Om er vervolgens aan toe te voegen dat het een schande is dat dat paard niet direct opstaat om weer aan het werk te gaan.

Zie hier de politici in een notendop.

Nee mensen.

Van politici moeten we het niet hebben.

Het zal van de mens zelf moeten komen.

Er zijn overal op de wereld al voorbeelden te zien van hoe het wel kan, waar we naar toe moeten.

Het aantal voorstanders voor een Basisinkomen neemt hand over hand toe.

Dat is een gunstige ontwikkeling.

In Nederland groeit het aantal mensen dat van de voedselbank afhankelijk is.

Verse groenten en fruit zijn heel belangrijk voor het welzijn van alle mensen.

Er zijn nu initiatieven die groente verbouwen speciaal bedoeld om de voedselbanken meer verse groente aan hun mensen aan te kunnen bieden.

Deze groente wordt verbouwd door mensen die nog wel gewoon geld hebben voor de dagelijkse en broodnodige boodschappen.

Dat is een hartverwarmend initiatief en het is de juiste weg.

Die kant moeten we op.

De aarde heeft genoeg voedsel voor iedereen.

Het hoort niet in handen van een klein groepje bevoorrechten te zijn. 

Voedsel hoort gratis te zijn en beschikbaar voor iedereen.

Het begin is er, want de mensen die nu bezig zijn met groente voor de voedselbank te verbouwen doen dat belangeloos.

Zo hoort het.

En zo lang we nog geld nodig hebben op deze wereld, hoort het ook zo te zijn dat we allemaal evenveel van dat geld ter beschikking hebben.

Maakt niet uit wat je bent, wie je bent of wat je al dan niet doet.

Als je niet ziet dat dat verandering ten goede is, dan heb je nog een hoop te leren.

was getekend,

Dirk Jan van Harten

 








 


 

zaterdag 25 oktober 2014

Uit het leven gegrepen deel 7

De illusie van vrijheid


Gouden ei.
Deze tekening heb ik ruim een maand voor mijn droom uit deel 2 getekend.
Zo gaat dat dus bij mij.


Als een kat in een vreemd pakhuis.
Zo heb ik me heel vaak gevoeld.
Zelfs als ik bij mensen was die ik goed kende, zoals familie en vrienden.
Dat is een rare gewaarwording.

Ken je dat gevoel van er niet bij te horen?
Het gevoel dat je van een andere planeet komt.
Ik heb dit al mijn hele bewuste leven.
En dat begon al heel vroeg.

In het begin, toen ik nog heel klein was en nog niet naar school hoefde viel het allemaal nog wel mee.
Maar toen de school eenmaal aan me trok, was het gedaan met de koopman.

In een eerder schrijven heb ik al eens gezegd dat mijn schooltijd nou niet bepaald de gelukkigste tijd van mijn leven geweest is.

Ik zou dat misschien iets moeten nuanceren, want in mijn latere jaren is het leven ook niet altijd over rozen gegaan.
Bij wie wel.
Zou ik zo zeggen.

Maar het gaat mij nu om het gevoel hier niet thuis te zijn.
Dat er op meerdere planeten dan de aarde leven is, wist ik natuurlijk al lang.
Gelukkig wordt je daar tegenwoordig niet meer voor op de brandstapel gegooid, maar echt veel bijval heb ik daar nooit over gekregen.

Op internet zijn vele documenten te vinden die het met me eens zijn.

Het zou fijn geweest zijn als ik dat vroeger, in mijn hele jonge jaren, ook al geweten had.
Dat er meerdere mensen dit weten.
Bedoel ik dan.
Het idee van reïncarnatie kon ik nog niet met die woorden uitleggen, maar ik wist het al wel.
Volkomen logisch was en is dat voor mij.

Toen en nu.
Nu net zoveel als toen.

Heel lang heb ik niet geweten waar dat gevoel vandaan kwam en heb ik mijn best gedaan er gewoon bij te horen.
Zonder opdringerig te zijn (hoop ik dan toch).

Maar ik hoorde er zo zelden bij.
Zelfs in mijn reizigers club, zoals ik de workshop groep Aura- Chakra readers noem, voelde ik me vaak een vreemde.

En dat was wel raar, want in die groep werd iedereen gewoon geaccepteerd zoals hij/zij is of was.
Geen probleem.

En toch had ik ook daar het gevoel er niet helemaal bij te horen.

Waar uit zich dat in?
Is dan een goede en logische vraag.

Het was aanvankelijk puur een gevoelskwestie.
Ik voelde dingen aan.
Wist dingen.
Maar kon ze niet verklaren en/of uitleggen.
Zeker als kind kon ik dat niet.
Later als volwassene kon ik dat trouwens ook niet.
Want ik moest toch gewoon normaal doen.
Net als iedereen.
Alsof iedereen normaal is, laat staan normaal doet.
Maar dat even tussendoor.

Nee, de hele wereld is normaal en jij niet.
Dat is natuurlijk niet zo, maar het voelt wel zo.
Tegenwoordig weet ik dat er een hele grote groep mensen is die zich hier ook niet thuis voelt.

Waar maak ik me eigenlijk druk om?
Denk ik dan.

Ik maak me er niet druk om, maar ik wil altijd dingen begrijpen.
Zoals bijvoorbeeld waarom ik er nooit in slaag iets te bereiken als ik zelf initiatief toon.
Dat zie ik bij anderen vaak wel succes hebben.
Maar bij mezelf heel zelden en dan nog marginaal.
Ik ga hier geen voorbeelden geven, maar neem maar van mij aan dat de feiten bij mij bekend zijn.

Hoe gaat het dan wel?

Ik heb een idee iets te gaan of te willen doen en dat maak ik dan helder in mijn gedachten.
Dan stuur ik dat het Universum in.

Ik weet het, dit klinkt volkomen geschift voor velen.
Maar voor mij is het de enige echt goede manier om dingen voor elkaar te krijgen.

Na verloop van tijd realiseren de gewenste zaken zich als vanzelf.
Als het goed is gebeurt het.
Als de vraag cq wens goed geformuleerd is ook.
Als de intentie goed is werkt het zelfs sneller.

Ook hier geef ik geen voorbeelden.
Dat heb ik eerder al wel eens geschreven en daar gaat het me nu even niet om.
Neem maar van mij aan dat het voor mij zo werkt.

Ik wil wel dieper ingaan op het gevoel hier niet thuis te horen.

Dat komt omdat ik echt van een andere planeet kom.
Dat weet ik sinds niet al te lange tijd zeker.
Ik ben niet de enige.
Gelukkig niet.

Het grootste deel van de wereldbevolking heeft zijn/haar oorsprong op andere planeten gehad.

Velen leven al enige levens hier op aarde en zijn al ingeburgerd en gewend.

Ik ben zeer waarschijnlijk erg nieuw hier, want ik weet de weg vaak gewoon niet.

Voor mij is het lastig om ergens ’binnen’ te komen.
Bij mij gaat het meestal zo dat ik ergens zijdelings bij betrokken raak.
En men mij dan een beetje leert kennen en me dan voor iets heel anders vraagt.
Zo heb ik veel werk gekregen.
In mijn tijd als entertainer werkte dat bijna uitsluitend zo.
Als ik eenmaal voor een opdrachtgever gewerkt had, bleef men mij terug vragen.
Zo heb ik een bescheiden klantenkring opgebouwd waar ik veel voor gewerkt heb.
Zocht ik vanuit mezelf contact met organisatiebureaus, dan werd het bijna nooit wat.
En als het al lukte was er niet echt sprake van een fijne samenwerking.
Altijd moeizaam.

Ik moest er dus op een andere manier in komen.

Dat ging niet snel.
Het had duidelijk tijd nodig, maar als ik eenmaal binnen was, dan ging het bijna vanzelf.

Ik moest er natuurlijk wel voor zorgen dat mijn werk goed was.
En dat was het gelukkig ook.

Maar er helemaal bijhoren deed ik nooit.
Ik ben toch altijd een beetje die vreemde eend in de bijt geweest.
En voelde ik me heel vaak als een kat in een vreemd pakhuis.

Nu zit ik weer midden in een nieuwe uitdaging en ook nu weer ben ik aangewezen op mijn oude vertrouwde methode.

De enige methode waarvan ik zeker weet dat die voor mij werkt.
Ik zoek een uitgever die mijn verhalen en mijn tekeningen al dan niet in combinatie wil uitgeven.

Net als bij mijn huidige vrouw, die op een gegeven moment besloot mij te houden, ben ik ervan overtuigd dat er ook een uitgever is/komt die besluit mijn werk uit te geven.

Zo.
Nu heb ik de wens al weer uitgesproken.
En met een groep lezers en lezeressen gedeeld.

Ik ben ervan overtuigd dat het ook deze keer weer zo zal gaan.

Tot zover deel 1.
Dit eerste deel heb ik geruime tijd hiervoor geschreven.
Ik wilde het eerder al plaatsen, maar ‚iets’ weerhield me.
Het verhaal was nog niet af.

Dat is het natuurlijk nooit.

Daarom blijf ik ook schrijven.

Het eerste deel van „Als een kat in een vreemd pakhuis” ging over mijn gevoel hier niet thuis te horen en het heeft een mooi vervolg gekregen in een schitterende droom die ik 20 oktober 2014 droomde en de inzichten van de daarop volgende dagen.

Eerst de droom.

Ik noem die voor het gemak: De gouden ei-droom.

Zoals dat altijd het geval is was mijn droom een buitengewoon heldere levensechte ervaring.

Het begon in de ontvangsthal van een groot strak hedendaags congres/casino-achtig gebouw.

Strak, schoon en helder.

Grote ramen en deuren.
Heel toegankelijk. 

Rode vloerbedekking, pluche en goudkleurige randen.

Het eerste gedeelte van mijn droom was er een vrouw bij me, maar toch was ik daar alleen.
Zoals ik eigenlijk altijd alleen ben.
Wel had ik twee koffertjes op wieltjes bij me.
De een duwde ik voor me uit en de ander trok ik achter me aan.

Het was er druk.
Er waren veel mensen aanwezig.
Al vrij snel liep ik verder. 
Het eerste gedeelte van de droom verliep vrij snel.
Ik kwam in een ruimte achter de eerdere grote ontvangsthal.
Zo kun je de eerste ruimte het best omschrijven.
In de tweede ruimte was het een stuk rustiger.
Het leek op een moderne lobby .
Hoge strakke stoelen, die wel bij elkaar hoorden, maar het was niet de bedoeling dat er gesproken werd.
De stoelen waren met kleurige motieven bekleed en er stond een bijzettafeltje bij voor wat dan ook.
Koffie, thee, drankje.

De bekleding bestond uit een blokjes en brede strepen motief in mooie kleuren, zoals de Maya motieven in Mexico.
De basis was creme kleurig.
Gebroken wit, zou een ander het noemen.
Alleen zonder de duidelijk herkenbare gezichten en symbolen.
De stof was kleurig, maar verder volstrekt neutraal.
In die stoelen kon je rustig zitten en om je heen kijken. 
Mediteren was ook een mogelijkheid, al was ik daar snel mee klaar.
Ik stond vrij snel weer uit die comfortabele stoel op en liep verder naar de volgende ruimte.
Die ruimte was een grote open verbinding met de vorige ruimte.
Het ging naadloos in elkaar over.
Deze ruimte leek op een ruime comfortabele restaurantruimte.
Kantine is een te beperkt begrip en restaurant een te groot begrip.
Ook deze ruimte was een strak en modern ingerichte ruimte.
Alle ruimtes waren schoon.
Dus deze ook.
In deze kantine-achtige ruimte stonden brede tafels met stoelen en de aankleding was nog steeds afgemaakt met gouden stroken langs de tafels en stoelen.
De vloerbedekking was niet meer rood.
De zittingen van de banken en stoelen ook niet.
Meer beige.
Een redelijk neutrale kleur.

Het was niet echt druk in deze ruimte.
Maar er zaten wel mensen.
Met genoeg ruimte.
De meesten zaten alleen.
Op een grote tafel stond nog eten.
Iedereen kon eten wat hij/zij wilde.
En ik zag een hele grote Bossche Bol.
Bijna zo groot als een rond vloerbrood.
Ik nam er een die op een groot bord lag dat scheef in een grote beker lag.
Onmiddellijk kwam er een aardige mevrouw naar me toe die me er op wees dat deze al gebruikt was door iemand anders.
Ook al zag het er niet naar uit dat er van gegeten was.
Ze haalde direct een verse Bossche Bol voor me.
Even groot als de eerste.

Tevreden liep ik naar een tafel en begon met mes en vork de grote chocolade bol gevuld met heerlijke slagroom open te snijden.
Dat deed ik door de bol in het midden door te snijden.
Ik merkte direct dat er iets in de slagroom verborgen was.
Het bleek een groot goudkleurig ei te zijn.
Al snel kwam de gedachte in me op dat dit een geste van onze gastheer was.

Wie dat dan ook was.
En het werd mij duidelijk dat ik de hoofdprijs gewonnen had.
Want het werd duidelijk dat dit gouden ei me het recht gaf een vrouw naar keuze mee te nemen naar een luxe hotelkamer en daar met haar te doen wat ik wilde.
Dat lijkt natuurlijk erg leuk, maar zo zit ik dus niet in elkaar.
Ik weet het, dit klinkt heel braaf, maar ik kan dat niet, al zou ik het willen.
Voor mij is een dergelijke situatie pure slavernij.
Met de vrouw als slavin en ik in dit geval zou de slavendrijver zijn.
Seks is prima, maar dan wel met wederzijds goedvinden.
Ik besloot al heel snel om het ei te gebruiken om de voor mij klaarstaande (liggende) vrouw van haar slavernij ketens te bevrijden.
Ik mocht immers met haar doen wat ik wilde.

Tevreden nam ik het ei en liep naar de lobby van het hotel gedeelte en kreeg mijn kamer toegewezen.
Mijn hoofdprijs zou daar al op mij wachten.
Eenmaal binnen zag ik ook hier weer een zeer moderne grote ruime kamer met alles erop en eraan.
Grote zwart leren fauteuils, dito bank, vierkante glazen tafel in het midden. Kunst aan de muur.
Goed gevulde boekenkast.
Spiegels en grote ramen met mooi uitzicht.
Enkele deuren die naar badkamer en slaapkamers leidden.
Zachte lichtgekleurde vloerbedekking.

De jonge dame was een aardig meiske.
Ze zag er goed uit en menig man zou zich alsnog aan haar tegoed gedaan hebben.
Maar ik dus niet.

Ik vertelde haar dat ze niets met me hoefde te doen wat ze niet wilde en ik vertelde haar dat ze wat mij betreft vrij van de haar opgelegde slavernij was.
Toch lichtelijk in paniek zei ze dat als ze niet met mij het bed zou delen ze niet betaald zou krijgen.
Bovendien had ze het ei als bewijs nodig.
Dat ei gaf ik haar onmiddellijk.
Op dat moment kreeg ik sterk het gevoel dat we in de gaten gehouden werden.
Dat er verborgen camera’s waren.
We keken de kamer rond, maar konden zo snel geen camera’s vinden.
We besloten te doen alsof.
Ik zat in een van de grote fauteuils en had een iPad in mijn handen dus deden we net of ze mij oraal bevredigde terwijl ik de iPad boven haar hoofd hield.
(Wat een maffe droom)
Vervolgens proostten we met ranke met Champagne gevulde glazen naar de camera’s die overal verborgen konden zitten en we gingen ieder onze weg. 

De droom ging verder op weg naar een filmzaal.
Alle ruimtes hadden ook iets weg van een luxe Casino.
Dus ook deze ruimte.
Daar liep ik opeens met mijn entertainment collega van het eerste uur Cees naar een filmzaal.
We hadden allebei een kaartje gekregen en zouden naar een film gaan kijken.
Op mijn smalle strookje dat er als een smalle kassabon uitzag, stond met zwarte viltstift het nummer 37 over de geprinte opdruk geschreven.
Dat was dus mijn stoel.
Daar zou ik dus moeten zitten.

Vlak voor we de filmzaal in gingen.
Weer rode vloerbedekking met gouden stroken langs leuningen en randen, kwamen we langs onze oude collega Theo.
Hij stond daar als Bell Boy, een van zijn mooie rollen, de ontvangstbewijzen te controleren.
Hij was vrolijk en vond het leuk ons hier te zien.
Wij vroegen hem waarom hij niet mee naar binnen ging, maar hij zei dat het hier veel te leuk was. 
„Nee jongens, het is veel te leuk om te doen hier. Gaan jullie maar verder.”
Wij zeiden nog dat het ook wel eens een keertje leuk was om naar de film te gaan in laats van altijd maar die rol te moeten spelen.
Maar hij was niet te vermurwen.

Cees en ik liepen de filmzaal binnen en Cees vond gelijk zijn stoel en plofte lekker neer.
Ik dacht dat mijn stoel wel naast die van hem zou zijn, omdat me dat normaal leek, maar niets was minder waar.
Na zorgvuldig onderzoek, iedereen in de rij keek mee, bleek mijn stoelnummer daar niet te zijn.

Cees bleef rustig zitten en ik liep verder om mijn stoelnummer te vinden.
Even verder leek het of ik mijn nummer 37 gevonden had, en ik wurmde me met mijn twee koffertjes tussen de smalle ruimte van de rugleuningen van de stoelen voor deze rij en de knieën van de mensen in de stoelen door naar de plek die ik dacht voor mij te zijn.
Eenmaal daar aangekomen bleek ook dit niet mijn plaats te zijn.
Ik liep dus weer verder en kwam hoger en hoger terecht.
Een filmzaal loopt nou eenmaal schuin omhoog.
En men zegt dat de beste plaatsen achterin zijn.
Maar ik prefereer meestal voldoende beenruimte boven de zogenaamd beste plaats in de zaal.
Maar nergens vond ik stoel nummer 37.
Nog verder naar boven dus.
Aan de rechterkant van de zaal was een grote serre-achtige ruimte waar 37 op de zijkant geschreven stond.
Donker glas waar je alleen van binnen naar buiten door kon kijken.
Een Skybox dacht ik glimlachend.
Maar het nummer was niet het nummer van mijn bestemming maar er stond een pijl bij, die ik eerst niet gezien had, die verder naar boven wees.
Gelijk na die Sky-Box was een smalle gang.
Pikkedonker.

Daar liep ik dus door met mijn twee koffertjes.
En ik kwam in een wolkachtige ruimte terecht.
Dit had dus helemaal niets meer met een mogelijke film te maken.
Dit oversteeg alles.

De aanwezige mensen liepen allemaal een beetje zoekend heen en weer.
Ik dus ook.
Ik had nog steeds nummer 37 in mijn hand en de twee koffertjes waren er ook nog.
Het was een prachtige zachtblauwe ruimte met mooie witte wolken.
Heel plezierig allemaal.

Toch was ik op zoek naar stoel 37.
Die zou ik niet vinden.
Wel hoorde ik een heldere stem zeggen: ”Het komt omdat je niet duidelijk gekozen hebt.”
Meteen begreep ik waarom ik mijn stoel niet gevonden had en waarom er geen duidelijk eindpunt was.
Ik begreep waarom ik nog aan het zoeken was.

’Ik wil schrijver zijn’ flitste het meteen door mijn hoofd.
En bijna tegelijkertijd: ’Nee, ik heb jaren geleden voor Het Licht gekozen. Dat wil ik.’
Dus ik zei dat ik nu toch echt voor de zoveelste keer voor ”EEN zijn met Het Licht” gekozen had.
Dat wil ik het liefst van alles.
Op de weg daarheen wil ik nog wel graag schrijver zijn wiens boeken ook daadwerkelijk uitgegeven worden en verkocht en gelezen natuurlijk.
Net zoals ik vier en een half jaar geleden de wens geuit heb dat ik voordat ik volledig in Het Licht op zou gaan ik graag nog een leven in liefde, vrede en harmonie zou willen leven met een vrouw die net zoveel van mij houdt als ik van haar.
En dat is me ook gegund, dus waarom het schrijverschap niet ook!

Toen werd ik wakker.

Uitleg:

Eerst moet ik nog zeggen dat de hele droom een buitengewoon heldere droom was.
Nergens vage schimmigheden.
Alle ruimtes waren helder verlicht, netjes, opgeruimd en schoon.

Zoals gezegd waren alle ruimtes strak en modern ingericht zonder sfeerloos te zijn.

Het was allemaal goed geregeld.
En dat is de eerste uitleg.

Deze droom beschrijft mijn leven in het kort.
Ieder leven verloopt uiterst verzorgd.
Aan alles is gedacht en niets is zonder reden.
Dat geldt voor mij net als voor iedereen.
Hoe het leven ook mag verlopen.
Aan alles is gedacht en voor alles wordt gezorgd.

Wat voor jou de bedoeling is, dat gebeurt.
Of je dat nou leuk vindt of niet.
Op deze plaats zou ik nog graag even willen vermelden dat ik een heleboel zaken uit mijn leven helemaal niet leuk vind.

Tijdens het eerste deel van mijn droom ben ik me ervan bewust dat er een vrouw aanwezig is.
Zo ben ik mijn leven begonnen.
Ik kwam via mijn moeder ter wereld en toen ik oud genoeg was, was daar mijn eerste vrouw.

Zoals gezegd: Aan alles is gedacht.

De eerste ruimte was druk als het leven zelf druk kan zijn en staat symbool voor de derde dimensie waar we allemaal doorheen moeten.
Veel mensen probeerden door elkaar heen hun leven te leven en hun doel te bereiken.
Ik dus ook.
Maar waar velen in groepjes opereren, ben en blijf ik een eenling.
In alles wat ik doe, ook al doe ik het met iemand samen, ik ben en blijf die eenling.
De eenling op weg naar zijn doel.
Toen ik naar de tweede ruimte ging was mijn begeleidster al weer weg.

Ik bekeek de ruimte met de mooie grote fauteuils en had zoiets van: Nou ja, dan ga ik hier maar even zitten. 

Echt leuk vond ik het niet, voelde me een beetje bekeken.
Ik ging toch zitten en mediteerde even.
Zoals ik al vaker gemerkt heb, gaat al mediterend ’DIEP-gaan’ mij heel makkelijk af.
Dat was mij al eens door mensen die het weten kunnen en het zagen en merkten, al gezegd.
In die ruimte was ik dus al snel klaar, want ik stond op en ging naar de kantine-achtige ruimte.

Daar werd duidelijk dat voor iedereen gezorgd wordt.
Het maakt niet wie of wat je bent, er wordt altijd voor je gezorgd.
En voor mij was het dus die prachtige super Bossche Bol.
De bol in kwestie zag er werkelijk verrukkelijk uit en de keuze was dus snel gemaakt.

Dat ik eerst een voor een ander bestemde en achter gelaten Bol koos, geeft aan dat ik in mijn leven veel geprobeerd heb om dingen die niet voor mij zijn te doen.
Terwijl ik het idee heb dat ik het wel op die manier zou moeten doen om daar te komen waar ik wil.
En dat is Het Licht in.
Zoals we allemaal uiteindelijk gaan doen.
Het is alleen voor mij in dit leven even mijn beurt om dat te doen en daarom gebeuren de dingen zoals ze gebeuren.
Leuk of niet leuk.

Het hoort er allemaal bij.

Hoe moeilijk het allemaal ook zijn moge, ook voor mij wordt gezorgd.
Vandaar dus die enorme Bossche Bol.
In die Bol zat een prachtig Gouden Ei.

Ik had dus nog een opdracht te vervullen.
Dat die opdracht met een aardige mevrouw te maken had, begreep ik al snel.
Die opdracht heb ik al zo goed als volbracht.

Ik heb iemand van slavernij mogen helpen bevrijden.
Wie dat is, of zijn, is bij mij bekend.
Daar ga ik het nu niet over hebben.

Maar ik begreep het gelijk.

In de droom kwam alles netjes op een rij achter elkaar aan, maar veel dingen gebeuren natuurlijk tegelijkertijd.

Vandaar dat ik na de bevrijdingsaktie nog naar de film zou gaan.

Niet met mijn vaste collega Hans, maar met mijn entertainment collega van het eerste uur Cees.

Met Cees was het altijd zo dat wanneer we samenwerkten we samen waren en als we solo werkten dan ging ieder gewoon zijn eigen gang.
Perfect is dat.
Natuurlijk was dat met Hans ook zo, maar Cees was er van het begin af aan bij.

Dat we Theo nog in zijn rol tegen kwamen was leuk en daar heb ik ook mijn gedachten over, maar die vermeld ik nu ook niet.
En ik vertel ook niet waarom juist Cees met me mee de filmzaal in liep.
Hij vond gelijk zijn plaats en dat was goed.

Mijn plaats was daar niet.

Ook al probeerde ik me ook hier nog aan te passen.

Zoals ik zo veel en zo vaak geprobeerd heb mijn plaats binnen deze maatschappij te vinden.

Maar die plaats is er niet (meer) en is er nooit helemaal geweest ook.
Toch moest ik hier zijn.

Hoe hoger ik mijn plaats zocht, stoel 37, hoe donkerder en lastiger het werd. Dat klopt met mijn leven nu.

Ik ben op weg naar mijn plaats en onderweg probeer ik op verschillende manieren ’nuttig’ te zijn, maar het werkt allemaal niet (meer).
Pas toen ik de filmzaal verliet werd alles ineens veel lichter.
Heerlijk was het om in en tussen de wolken te ’Zijn’.
Dat mijn zoektocht daar ophield kwam omdat mij daar verteld werd dat ik nog geen duidelijke keuze gemaakt had.

Het is me ondertussen allemaal helemaal duidelijk en ik heb niet alles verteld omdat ik dat ten opzichte van mijn omgeving niet fijn vind.
Niet dat er iets naars te zeggen zou zijn, maar het zijn persoonlijke zaken en die moeten privé blijven.

De dag voorafgaande aan de droom hoorde ik steeds het Pink Floyd nummer ’Keep Talking’ door mijn hoofd zingen.
Vooral de woorden ’Why won’t you talk to me?’
Ik begreep uiteraard dat het de bedoeling was dat ik weer eens echt contact met mijn gidsen zocht. 
En dat heb ik dus gedaan.

Voor het slapen gaan heb ik de weg vrijgemaakt voor deze droom.
Niet wetende dat het een dergelijke droom zou worden.

Maar ik ben er enorm blij mee.

Deel 3.

Er viel weer een incassobrief op mijn deurmat.
En dat ben ik behoorlijk zat.
Deze terugkerende vorm van intimidatie.
Ik ga er verder niet te diep op in, maar het doet me eigenlijk niet zo veel meer.
Er valt bij mij weinig of niets meer te halen.
Maar het dwingt me wel om dieper naar mijzelf te kijken.

Afgelopen nacht ben ik naar de reden op zoek gegaan waarom ik voor mijn gevoel niet echt uit de verf kom.
Waarom stagneert het verhaal.

Ook nu weer vroeg ik mijn gidsen om hulp.
Eigenlijk richtte ik me rechtstreeks tot God de moeder/vader van Het Al.

Wen er maar aan dat dat bij mij zo gaat.
En niet bij mij alleen.

Ik zei: Je wilt dat ik praat.
Omdat weer de Pink Floyd tekst: „Why won’t you talk to me” door mijn hoofd zong.
En mijn antwoord was: Omdat ik geen tekst meer heb, ik ben aan het eind van mijn Latijn.
Letterlijk en figuurlijk.
Help me alsjeblieft.

Toen besloot ik vanuit mijn Geestelijk Lichaam naar mezelf te kijken.

Ik zeg wel ‚besloot’, maar het werd me als het ware ingegeven. 
Ik zag mezelf dus vanuit vogelvlucht perspectief en ik zag een aardige man.

Hier moet ik even iets over vertellen.

Mijn moeder zei me toen ik jong was altijd: „Jongen, zorg dat je heer blijft.”

Je mag gerust weten dat ik het daar best wel moeilijk mee gehad heb.
Dat heb ik later nog wel met haar kunnen bespreken.
Vlak voor ze stierf.

Ik zei dan: „Wat is dat, een heer? Is dat een man in een keurig pak? De grootste misdadigers dragen een keurig pak.”

Ook hier heb ik in eerdere blogs al over geschreven.

„Dus wat zegt mij dat ‚heer’ zijn dan?”

Het Engelse woord voor heer is Gentleman.

Een Gentle man.

Een vriendelijke man.

Een aardige man.

En daar voel ik me wel goed bij.

Toen ik dus naar mijzelf keek zag ik een aardige man.

Helemaal terug tot aan mijn baby tijd zag ik een ‚aardige man’.

Maar wel een die zig dacht te moeten verdedigen tegen indringers.

Van kind af aan heb ik het gevoel gehad dat ik iets moet.

Dat er iets moet van iets of iemand buiten mij om.

En dat verlamt me.

Toen begreep ik ook waarom ik nog steeds achtervolgd wordt door ‚schuldeisers’.

Dat is waar de derde dimensie voor is.

Alles wat hier gebeurt heeft te maken met slavernij in het algemeen.
Als dader en als slachtoffer.

Daar moeten we ons van bevrijden.

Ik dus ook.

En ik begreep dat dat de reden was waarom ik me niet uit de verf voel komen.

Mijn echte potentieel durft nog niet naar buiten.

„Wat zal men wel niet zeggen…?”

Is een reden om voorgoed binnen te blijven zitten.

Onbegrijpelijk voor al die mensen die daar geen last van hebben.

Maar als je er wel last van hebt is dat zinnetje genoeg om je lam te leggen.

Weer een stukje van mijn eigen puzzel opgelost.

Ik vertel nu niet hoever mijn puzzel al klaar is.

Dat komt later nog wel.

Ik weet wat ik nu moet doen en dat voelt weer als een stuk bevrijding.

En de boer hij ploegde voort.

Zijn we niet allemaal voort ploegende boeren?

Zeker weten.

Was gegroet,

Dirk